Ik schrik wakker. Een bel, luid en schel als een scheepshoorn. Het gevang komt tot leven. Sleutels rammelen, celdeuren slaan open en dicht, metalen karren kletteren door de gangen. Het daglicht is, vroeg in de ochtend, grauw.
1946. Leopold Van Pelt zit in een cel in de Antwerpse Begijnenstraat. Zijn celgenoten noemen hem een ‘economieker’ en hebben geen hoge dunk van een collaborateur die niet uit Vlaamse idealen handelde.
Zwaluwstaarten vertelt het verhaal van een man die een welvarende meubelfabriek uit de grond stampte. Om het familiebedrijf te redden tijdens woelige oorlogsjaren, maakte hij keuzes waarvoor hij achteraf een hoge prijs betaalt.” DRIVE