“Book Descriptions: Het indringende debuut van Kris Van Steenberge brengt ons naar de Vlaamse klei, waar de negentiende eeuw ten einde loopt. In het dorp Woesten treedt Elisabeth, dochter van de smid, in het huwelijk met de jonge arts Guillaume Duponselle. Maar er rust geen zegen op hun verbintenis. Als Elisabeth acht maanden later van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon, Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te geven. Toch blijft Nameloos in leven, tegen alle verwachtingen in. Omdat zijn verschijning zijn vader en de dorpelingen doet huiveren, gaat het jongetje gesluierd door het leven. We volgen in Woesten de dorpse gebeurtenissen rond de opgroeiende tweeling terwijl de Eerste Wereldoorlog zijn intrede doet. Van Steenberge vertelt het broeierige verhaal achtereenvolgens vanuit Elisabeth, Guillaume, Valentijn en Nameloos. Voor al zijn personages pakt de toekomst anders uit dan verwacht.
Guillaume vroeg haar ten huwelijk achter de mesthoop. Een voorteken? Hij had het niet mooi voorbereid, geen schone woorden bedacht. Hij had het gewoon berekend. Haar maandstonden bleven uit en misselijkheid keerde al twee weken ’s ochtends haar maag binnenstebuiten. Hij vroeg het die zondag toen hij de aardappelschillen in het kippenhok kwam gooien en haar zag braken.